Wat heeft u een mooie oorbellen in! Prachtige kleur blauw.
Houdt u van mooie oorbellen?
Jazeker, vooral van die grote.
Mevrouw kennen wij elkaar?
Ja wij kennen elkaar, ik zie u hier altijd.
Maar dat kan niet, ik ben hier pas sinds gisteren. We gaan morgen weer door, naar huis.
Hoe vind u het om naar huis te gaan?
Ach het is tijd. Ieder jaar gaan we naar de Cote d’ Azur. Een appartement aan de boulevard, met zicht op zee. Toutes annee. Of was het tous les jours? Sorry mevrouw dat weet ik niet meer. Ziet u, mijn man is pas overleden. Maar nu zijn we hier in dit fijne hotel. Hier komen we ieder jaar, als laatste stop voor thuis.
Haar ogen glommen, mijmerend.
Was het de herinnering van het glaasje – voor het slapengaan- op dat balkon in de avondzon? Het leven, voor dit fijne overnachtingshotel, de laatste stop van haar thuisreis.
Geraakt- dementie- verpleeghuis
0 Comments