Aandacht voor ‘wat echt telt’. Wat is dat volgens jou?
In juni 2020 schreef Marcel Levi een prachtige column in het Medisch Contact met de titel: Welk specialisme kan de grootste mond opzetten? Dit naar aanleiding van het capaciteitsprobleem ontstaan door de Coronacrisis. De specialisten buitelen over elkaar heen bij het willen aantonen dat hun patiënten het snelst in aanmerking moeten komen voor zorg. De vertegenwoordigers van doodsoorzaak nummer 1 in de westerse wereld, de hart -en vaatziekten en de oncologie trekken hierbij vaak aan het langste eind. Is het vervangen van een heup bij een oude vrouw met ernstige artrose, het inbrengen van een cochleair implantaat bij een kind of de behandeling van een psychische aandoening minder belangrijk dan een derdelijns palliatieve chemotherapie of het vervangen van een hartklep bij een 85-jarige? Er moeten keuzes gemaakt worden. Echter een fundamentele discussie over interventies en therapie waar patiënten echt iets aan hebben versus behandelingen die beperkte gezondheidswinst (en vaak veel ongemak) opleveren ontbreekt.
Er moeten keuzes gemaakt worden. Echter een fundamentele discussie ontbreekt
Het wordt tijd voor een nieuwe ordening van belangrijkheid van specialismen meer gebaseerd op de hoeveelheid kwaliteit die je weet toe te voegen aan het leven van je patiënten en hun familie. (Levi) Dat is wat echt telt. Deze bewering geldt volgens mij ook voor de zorg buiten Coronatijd.
Hoe kan de veerkracht van mensen en de samenleving goed benut worden?
De veerkracht van mensen is groot. Al dreigt nu na een coronajaar de veerkracht wel op te raken. Er moet een stip op de horizon zijn. Dan is iets vol te houden. We leven ondanks alles in een fantastisch land. Dat moeten de mensen eens goed beseffen. Zelf kom ik sinds een paar jaar in Suriname om daar de lokale chirurgen te helpen bij het opereren van aangeboren afwijkingen. Sinds ik daar geweest ben en zie hoe de bevolking en de chirurgen het daar volhouden klaag ik nooit meer.
We zijn mijns inziens te verwend in dit land. Daar hoor ik zelf ook bij.
Welke deelgebieden van zorg hebben wat jou betreft prioriteit?
Zoals al eerder gezegd vind ik dat er gekeken moet worden naar specialismen die een flinke hoeveelheid kwaliteit kunnen toevoegen: zinvolle zorg. Er is daar zelfs vanuit het ministerie een hoogleraar voor aangewezen die dit moet onderzoeken (Sjoerd Repping) Prioritering vind ik best lastig omdat ik niet alle deelgebieden kan overzien. Wat mij betreft minder geld naar onderzoek hart -en vaatziekten en de oncologie. Als ik toch wat moet aanwijzen zou ik zeggen: Psychische zorg voor jongeren: wachtlijsten zijn veel te lang, Ouderenzorg, in de breedste zin van het woord: hoe gaan we om met mensen die levensmoe zijn? Een spuitje vind ik niet de oplossing. Training zorgverleners in palliatieve zorg.
Welke ideeën heb je over betere samenwerking in de zorg?
Dat zou moeten beginnen met het laten varen van ieders ego’s. LinkedIn, ooit begonnen mensen in sectoren te verbinden, is verworden tot een soort galerie van eigengeilerij. Kijk ik hoe goed ik ben. Ik ben de beste.
Samenwerken begint met de andere partij te zien als jou gelijke. Elkaar vertrouwen en zo samen iets moois op te bouwen.
In Nederland zijn hier hele mooie voorbeelden van binnen de Chirurgie bijvoorbeeld het Pancreatitis Netwerk. Binnen mijn eigen vakgebied de Kinderchirurgie kunnen we daar nog veel van leren.
Welke mogelijkheden zie je om de vergrijzing en toenemende zorgvraag samen te dragen?
Ik ben in dit kader een groot voorstander van het invoeren van de sociale dienstplicht. Op deze manier dragen alle jongeren die in een van meest welvarende landen van de wereld opgroeien iets bij aan de samenleving. Het geeft hun dan de uniek kans kennis te maken met sectoren waar ze misschien later nooit in zullen werken maar wel begrip voor kunnen opbrengen. De gezondheidszorg, in de brede zin van het woord, zou een van de sectoren kunnen zijn.
Wat betreft de toenemende zorgvraag denk ik dat we de mensen en artsen in Nederland moeten gaan opvoeden. Het leven is eindig.
Nergens echter staan duidelijke stopborden als het gaat om behandelen aan het einde van het leven. We moeten als artsen leven toevoegen aan de dagen, geen dagen aan het leven (Cicely Saunders)
0 Comments