Een van de moeilijkste lessen in mijn leven was het. Te moeten constateren dat een kind meer nodig heeft dan je als (pleeg)ouder zelf kan bieden. Intens verdriet en rouw bracht dat in ons gezin. Pas jaren later kunnen we met een glimlach en zonder traan herinneringen ophalen over deze periode.
Tijdens de intensieve periode van voorbereiding op de pleegzorg leerden mijn man en ik over hechting tussen ouder en kind en welke invloed dit heeft op de ontwikkeling en het welzijn van kinderen. Destijds besefte ik nog niet dat deze kennis en ervaringen in mijn werkzame leven ook zeer van pas zouden gaan komen. Ja, een rotte jeugd heeft grote invloed op je ontwikkeling als mens, als collega , als leider.
Pas jaren na onze verlieservaring kwam ik in contact met het gedachtegoed en werk van George Kohlrieser en Jakob van Wielink Dit lezende, opende het mijn ogen voor het verband tussen mijn eigen hechting- en verlieservaringen. Kohlrieser’s visie is dat ‘care’ nodig is to ‘dare’. Care staat voor de mogelijkheid je te verbinden/hechten vanuit emotionele betrokkenheid aan anderen, ook mensen die je niet aardig vindt. Deze verbinding geeft een basisveiligheid to ‘dare’. De basis om vanuit te experimenteren en grenzen te verleggen. Voor leiders is het goed om zicht te krijgen in de wijze waarop zijzelf hebben geleerd te verbinden/hechten. Verbinding aangaan, ook al is dat voor een korte termijn, betekent dat je een veilige basis kan worden voor een ander.
” Leiders kunnen hun medewerkers alleen uitdagen om hun potentieel te bereiken, wanneer ze goed genoeg voor deze medewerkers zorgen.”
Kohlrieser daagt leiders uit zich af te vragen welke ervaringen uit het verleden hen weerhouden om het beste uit zichzelf en de organisatie te halen. Dit heeft alles te maken met op welke wijze we persoonlijke ervaringen in het verleden van hechting en afscheid hebben vorm gegeven.
De ‘cycle of bonding’ die hij daarbij hanteert, is het fundament onder de transitie- of hechtingscirkel.
Van leiders wordt in onze maatschappij gevraagd om openheid en transparantie te betrachten. Een basis voor een integere, veilige cultuur wordt gelegd door een leider die zelf ook deze openheid en kwetsbaarheid toont. Ik durf hier te stellen dat deze openheid onontbeerlijk is, willen we veranderingen of verbeteringen kunnen brengen. Leren doe je met vallen en opstaan, ook als leider. Ik voer hier geen pleidooi voor naïviteit, maar zeker ook niet voor de ratrace van ‘ Hoe word ik een rat?‘ Uiteindelijk zijn wel allemaal net gewone mensen. Echt lef heb je pas als je vanuit de kwetsbaarheid, kan verbinden en leiden.
Ja , je (rotte) jeugd is van invloed op het aangaan van verbindingen? Waar schuurt het als ik moeite heb met openheid? Hoe kan ik veilige basis zijn voor hen die aan mij zijn toevertrouwd?
0 Comments