Als organisaties mij (tijdelijk) willen inzetten is steevast de vraag, wat kom je ons brengen? Door de jaren heen blijkt dat een vast thema te hebben. Bloei. De bloei van mensen, situaties en organisaties is voor mij een drijfveer. Hoe onmogelijker de situatie lijkt, hoe mooier de uitdaging. Er is geen standaard recept voor alle unieke vraagstukken van bloei. Het vraagt creativiteit, flexibiliteit maar ook doelgerichtheid. 

“Zet je in voor de bloei van de stad, want de bloei van de stad is ook jullie bloei” Jeremia

De ene keer moet er een urgent en groot probleem worden opgelost, een andere keer moet er vooral gewerkt worden aan toekomstbestendigheid. Iedere situatie is uniek. Vroeger schreef ik dagboeken vol, tegenwoordig gebruik ik daarvoor mijn telefoon. Ik krabbel daar de hele dag opmerkelijke zaken, vragen, mooie teksten, liederen op. Afgelopen periode was een tijd van reflectie. Wat blijkt? Ik ga graag als Botanica te werk.

Hier mijn 7 tips voor bloei:

 1. Ken je tuin.

Hoe bloeit deze organisatie, de verschillende medewerkers, cliënten?

Spreek met alle mensen. Loop stukjes op. Wie ben je, waar wil je heen, wat hebben zij daarvoor nodig?

2. Sta met je poten in de modder.

Zoek iedere dag de plek op waar hét gebeurt. Ben er.

Het hart van de organisatie is niet de vergadertafel, maar daar waar je voor bent opgericht.

Thuis is dat dus wél je keukentafel. 🙂

3. Schoffel en verpoot.

Verwijder groente uit een bloementuin en bloemen uit een groentetuin.

Spreek met hen die niet (kunnen) bloeien, zoek met hen naar hoe en waar ze wel tot hun recht kunnen komen. Spreek uit welke talenten je ziet.

‘De mens kan niet duizend dagen ononderbroken goede tijden beleven, zoals bloemen niet honderd dagen kunnen bloeien.” Tseng Kuang

 4. Geef grond, mest, licht, water en zuurstof.

Stimuleer en faciliteer mensen om zich uit te spreken én te gaan proberen, experimenteren. Iedere bloem heeft een andere vorm, kleur en geur en daarmee ook andere behoeften aan zon, water en voeding.

Wees een veilige basis. Wees eerlijk en open over wat mogelijk is en wat niet. Verklaar je keuzes.

Een bloem die in de schaduw groeit, houdt z’n blaadjes dicht.
Een bloem bloeit open in de zon, groeit naar het licht. Elly &Rikkert Zuiderveld

 5.Wat is de ruimte van de tuin?

Welke randvoorwaarden zijn aanwezig of mis je? Welke kaders, richtlijnen en wetgeving zijn van toepassing op deze tuin?

6. Houd je gereedschap scherp.

Zorg dat je je kennis op peil houdt. Kijk eens in andere tuinen. Vraag de ‘bijsluiter’ van de organisatie, medewerkers of cliënten. Reflecteer op je eigen handelen. Neem rust en geniet van de tuin.

7. Zorg dat zonder jouw aanwezigheid groei en bloei door kunnen gaan.

Houdt altijd voor ogen, de tuinman is slechts het middel, niet het doel.

Ik ben heel benieuwd of jij het herkent? En wat zijn jouw ervaringen met bloei?

Thera